1000 Vragen

duizendvragenIk probeer steeds 5 van de duizend vragen te beantwoorden uit het boekje dat bij de Flow zat in issue 4 – 2015.

Flow is een tijdschrift zonder haast, over klein geluk, andere keuzes en simpeler leven.
Alle credit dus aan Flow magazine en Daniëlle Bakhuis voor de tekst.

 


Op deze pagina zijn alle vragen vanaf vraag één onderelkaar gezet.


 

1. Met wie kun je het best opschieten?

Met mensen die oprecht en authentiek zijn, met respect naar de ander. Ik moet me veilig voelen, want ik ben niet altijd zo’n sociale held. Ik ben snel onzeker.

2. Waar besteed je veel tijd aan?

Dagdromen en traag zijn. Ik heb tijd nodig om de dingen te verwerken denk ik. Ik betrap me er vaak op dat ik niet doelmatig bezig ben maar de tijd aan het rekken ben of aan t dromen ben. Verder besteed ik veel tijd aan prullen, knutselen/craften en op de pc werken (allé ja, werken is soms een groot woord)

3. Om welke grappen kun je heel hard lachen?

Onnozele die ik niet zie aankomen. De Zweudse cheuf van de muppets met de chocolate moose bvb, daar ben ik echt eens in blijven hangen. Of mentaal-visuele voorstellingen van figuurlijke uitspraken. Ik zie dan al weer allemaal gekke dingen gebeuren. Haha (ik begin al weer te grinniken bij het idee)

4. Wanneer heb je voor het laatst iets voor het eerst gedaan?

oei ff nadenken… Wel meerdere kleine dingen, maar de uitschieter is toch de laatste fase van mijn inwerking op mn nieuwe werk: zelf telefonie mogen bedienen. Spannend maar ook heel leuk, want ik weet dat ik het kan. Dat was twee weken geleden. Ik heb er helemaal zin in.

5. Huil je makkelijk in het bijzijn van anderen?

Ja! Veel te snel zelfs naar mn zin. Dat komt omdat sterke emoties bij mij ook sterk binnenkomen, en ik als reactie daarop tranen in m’n ogen krijg. Dat kan gaan om verdriet, blijheid, schaamte,… En ook als ik boos ben. En dat is jammer want je merkt meteen dat mensen je standpunt minder serieus nemen. En als dat gebeurd word ik nog bozer (en ga als gevolg vaak nog harder janken).
Ik zou liever minder snel huilen in het bijzijn van anderen. Niet omdat ik huilen als niet stoer ervaar, maar omdat ik begin te huilen als het er voor mij echt toe doet en ik dan net minder mijn punt kan duidelijk maken.

6. Waar bestaat je ontbijt uit?

Een stevig ontbijt ’s ochtends, dat is gezond? Euh, ja, misschien voor sommigen, maar mijn maag is nog niet wakker meteen na het opstaan. Dus een beetje yoghurt of een boterham-on-the-go net voor ik vertrek naar m’n werk en dan onderweg honger natuurlijk…
Ik herinner me ineens dat ik dat als kind al had, en dus al frullen aan je boterham tijdens het laatste stukje van de les om daarna te ontbijten tijdens de kleine speeltijd :-)

7.Wie heb je voor het laatst een kus gegeven?

Mijn liefje!

8. Waarin lijk je op je moeder?

In heel veel. Vooral anderen merken dat vaak op. Bij het opnemen van de telefoon wordt er getwijfeld en uitspraken worden vaak aan haar gelinkt. En ook wel wat uiterlijk.
Sinds ze een paar maanden geleden is overleden vallen de overgenomen gewoonten en uitspraken me des te meer op, en niet omdat anderen me dat vertellen. Soms denk ik wel eens “wil ik niet te veel op haar lijken om haar te vervangen?”. Misschien. Misschien niet. Maar ze leeft wel in mij voort. Omdat ze mijn moeder is. Ik zal haar dus nooit helemaal kwijt raken.

9. Wat doe je ’s ochtends als eerste?

Naar de WC rennen! Daar sta ik speciaal voor op. Soms kruip ik er dan nog even in, wat meestal een heel slecht plan is op een werkdag. Maar dat bed ziet er dan zo lekker uit – nog warm en zacht – dat ik er toch vaak voor zwicht, om er later met geschokte spoed weer uit te springen na een blik op de klok en een sprintje te trekken naar het station.

10. Ben je een goede voorlezer?

Ik wíl graag een goede voorlezer zíjn. Als schoolganger hakkelde ik altijd enorm tijdens het voorlezen en tegen mijn 21ste wilde ik daar wat aan doen. Ik begon m’n jongere broer (die niet graag las) voor te lezen uit Harry Potter. Eerst hakkelend en toen steeds vlotter. Ik heb de eerste 5 delen integraal voorgelezen. Daarna vond ik van mezelf dat ik kon voorlezen. En is mijn broer beginnen lezen sindsdien.

Geef een reactie